Onderzoek: “Lange termijn uitkomsten in gebruik van de orthopedische huisschoen door mensen met diabetes”.

Het doel van dit onderzoek was het ontwikkelen van een orthopedische huisschoen, en het meten van de effecten hiervan op het dragen van orthopedisch schoeisel. Dit onderzoek werd mogelijk gemaakt dankzij subsidies van OFOM en CZ fonds.

Livit zorgprofessionals
Onderzoek: Lange termijn uitkomsten in gebruik van de orthopedische huisschoen door mensen met diabetes.

Korte omschrijving van het onderzoek

Doel:

Het doel van dit onderzoek was het ontwikkelen van een orthopedische huisschoen, en het meten van de effecten hiervan op het dragen van orthopedisch schoeisel. De onderzoeksvragen waren als volgt:

1. Wat is de therapietrouw van het dragen van orthopedische schoenen op korte (1 maand) en lange termijn (9 tot 12 maanden) na verstrekking van een orthopedische huisschoen, in vergelijking met de periode ervoor, in patiënten die vooraf zowel therapietrouw als therapieontrouw waren?

2. Hoeveel patiënten krijgen een nieuw diabetisch voetulcus in het eerste jaar na verstrekking van een orthopedische huisschoen?

3. Wat is de tevredenheid met een orthopedische huisschoen, 9 tot 12 maanden na verstrekking ervan?

Achtergrond

Achtergrond:

Bij mensen met diabetes kunnen als gevolg van zenuwschade gevoelsstoornissen, afwijkingen aan de bloedvaten en veranderingen in de voetvorm optreden, welke tot voetwonden (ulcera) en amputaties kunnen leiden. Dit vormt een grote belasting voor patiënten en ook voor de gezondheidszorg (1). Het voorkomen van een voetulcus is dus van groot belang.

Patiënten met een hoog risico op deze voetulcera krijgen vaak orthopedisch schoeisel aangemeten. Doel van dit schoeisel is het verlagen van de mechanische druk op risicolocaties, om zo de kans op een ulcus te verkleinen. Dit schoeisel kan alleen effectief zijn wanneer de patiënt het draagt, zoals gebleken is uit het DIAFOS onderzoek (2). Echter, de helft van deze hoog risico groep is in meer of mindere mate therapie-ontrouw, vooral binnenshuis (3). Maar juist daar zijn de patiënten het meest actief qua lopen (2,3). Een orthopedische schoen speciaal voor in huis kan de therapietrouw misschien verhogen. Bron: “Vakblad Orthopedische Techniek – artikel met de uitkomsten”.

Onderzoeksopzet:

Patiënten met een hoog risico op het krijgen van een diabetisch voetulcus (Zorgprofiel 4) en in het bezit van orthopedisch schoeisel A werden uitgenodigd om mee te doen aan het onderzoek. Bij alle deelnemers werd de therapietrouw aan het dragen van orthopedisch schoeisel op 3 momenten gemeten: op baseline net voor verstrekking van de huisschoen, 1 maand na verstrekking van de huisschoen, en 9-12 maanden na verstrekken van de huisschoen. Patiënten droegen één week de @monitor sensor in de schoen en een stappenteller rond de enkel (StepWatch) (5). De totale therapietrouw was het percentage van het aantal stappen waarbij orthopedisch schoeisel werd gedragen. Therapie-ontrouw werd gedefinieerd als het dragen van orthopedisch schoeisel bij minder dan 80% van het totale aantal stappen dat gezet werd. De therapietrouw werd voor zowel binnenshuis als buitenhuis geregistreerd op basis van een logboekje dat de patiënt bijhield van momenten dat deze buitenshuis was.

Alle patiënten kregen een huisschoen, gemaakt zoals beschreven in het artikel (4). Het krijgen van nieuwe diabetische voetulcera werd geregistreerd via de patiëntendossiers, via de schoentechnicus, en via telefonisch navragen bij de patiënt 3 en 12 maanden na verstrekking van de huisschoen. De tevredenheid met de huisschoen werd onderzocht met behulp van een vragenlijst gebaseerd op de Monitor Orthopedisch Schoeisel (6). Bron: “Vakblad Orthopedische Techniek – artikel met de uitkomsten”.

Resultaten:

Aan het onderzoek deden 35 patiënten mee. Vier patiënten vielen uit voordat de huisschoen werd afgeleverd. Van de overige 31 patiënten waren er 13 vrouw, de gemiddelde leeftijd was 69 jaar, en 24 hadden type 2 diabetes.

Therapietrouw

Bij de 23 patiënten die therapie-ontrouw waren op baseline (mediaan 65%), ging dit omhoog naar 77% op korte termijn na verstrekking van een huisschoen, en 87% op lange termijn (Figuur 2). Deze statistisch significante toename was vooral het gevolg van beter gebruik in huis (van 48% naar 71% naar 77%). Bij patiënten die therapie-ontrouw waren op baseline is het verloop van de individuele therapietrouw te zien in Figuur 2. Op korte termijn waren 43% (n=10) therapieontrouwe patiënten therapietrouw geworden (dus >80% van hun stappen in orthopedisch schoeisel), op lange termijn was dat 52% (n=12). Bij de 8 patiënten die aan het begin al therapietrouw waren bleef de therapietrouw hoog (95% op baseline, 94% op korte termijn, 95% op lange termijn; zie figuur 1). Echter, 2 patiënten waren niet meer therapietrouw (dus <80% van hun stappen in orthopedische schoenen).

Figuur 1: Therapietrouw na verstrekking van een orthopedische huisschoen van patiënten die op baseline therapietrouw waren

Figuur 2: Veranderingen in therapietrouw van individuele patiënten die op baseline therapie-ontrouw waren

Ulcus recidive

Bij 7 van de 31 patiënten (23%) ontstond een nieuw diabetisch voetulcus tijdens de 12 maanden follow-up. Van deze 7 waren er 4 therapie-ontrouw (mediaan 57%).

Tevredenheid

Van de 28 patiënten die de tevredenheidsvragenlijst hadden ingevuld (respons 90%), was 79% tevreden of zeer tevreden met de huisschoen, 14% neutraal, en 7% ontevreden. Bij 68% voldeden de huisschoenen aan de verwachtingen, bij 18% was dit neutraal, bij 14% niet. Door 43% van de patiënten werd de huisschoenen als mooi of heel mooi beoordeeld, door 57% neutraal; niemand vond ze onaantrekkelijk. Slechts 1 patiënt beoordeelde de verschillende aspecten van gebruiksvriendelijkheid (aan- en uittrekken, gewicht, knellen, huidirritatie) als slecht, alle andere patiënten beoordeelden dit neutraal of goed. De meeste patiënten zouden tussen 0 en 50 euro willen betalen voor huisschoenen (36%), of tussen de 50 en 100 euro (32%). Bron: “Vakblad Orthopedische Techniek – artikel met de uitkomsten”.

Conclusie:

Door verstrekking van een orthopedische huisschoen aan patiënten met een hoog risico op het krijgen van een diabetisch voetulcus, als aanvulling op orthopedisch schoeisel, neemt het gebruik en de therapietrouw toe. Deze toename ontstaat meteen na verstrekking, en wordt op lange termijn nog groter. Ondanks deze toename ontstond bij 23% een nieuw voetulcus, waaronder ook therapietrouwe patiënten. Dit is wel lager dan de 40% van de patiënten waarbij uit onderzoek blijkt dat ze binnen 1 jaar een recidief voetulcus ontwikkelen (1). Het geeft echter aan dat voor een verdere verbetering mogelijk aanvullende behandelingen nodig zijn.

Uit het onderzoek kan worden geconcludeerd dat de orthopedische huisschoen een goede interventie is om de therapietrouw en de tevredenheid met het gebruik van orthopedisch schoeisel te verhogen van patiënten met diabetes en een hoog risico op een voetulcus. Daarmee kan de huisschoen een belangrijke bijdrage leveren in het voorkomen van voetulcera en amputaties, maar aanvullende behandelingen in deze hoog risicogroep blijven nodig. Bron: “Vakblad Orthopedische Techniek – artikel met de uitkomsten”.

Onderzoekers en onderzoekspartijen:

Amsterdam UMC, Zorgverzekeraar CZ, Livit Orthopedie, OIM Orthopedie, Buchrnhornen.

Publicaties:

Referenties:

1. Armstrong DG et al. N.Engl.J.Med. 2017;376:2367-2375.
2. Bus SA et al. Diabetes Care. 2013;36(12):4109-16.
3. Waaijman R et al. Diabetes Care. 2013;36(6):1613-8.
4. Van Netten JJ et al. Vakblad Orthopedische Techniek. 2018, December, pg 17-19.
5. Bus SA et al. Arch Phys Med Rehabil 2012 Nov;93:2075-2079.
6. Van Netten JJ et al. J Rehab Med. 2009;41(11):913-8.